Alle nierziekten, ook genetische, kunnen min of meer snel tot nierfalen leiden. Wanneer de achteruitgang van de nierfunctie een kritiek niveau bereikt, is het noodzakelijk over te gaan tot substitutietherapie, dialyse of niertransplantatie.
Wat is dialyse?
Chronische dialyse is een van de vervangende behandelingen voor chronische nierziekten in het eindstadium. Bij niertransplantatie gaat het om patiënten die geen contra-indicatie voor transplantatie hebben.
Dialyse wordt gebruikt om gifstoffen die zich in het lichaam ophopen te verwijderen en om de vochtbalans en de samenstelling van het bloed in stand te houden.
Er zijn twee dialysetechnieken die gebaseerd zijn op de uitwisseling tussen bloed en “bloed”. Zij zijn de eerste jaren even doeltreffend. De keuze van de techniek wordt, bij gebrek aan contra-indicatie voor de ene of de andere methode, gemaakt door de patiënt met de hulp van het gezondheidsteam. Het is mogelijk over te schakelen van de ene techniek naar de andere.
Peritoneale dialyse (PD):
Het gebruikt het peritoneum. Een vloeistof, het “dialysaat”, wordt via een flexibele buis in de buikholte geïnjecteerd, het buikvlies, dat operatief in de buikholte wordt geïmplanteerd, blijft inwendig. Het moet enkele weken of maanden voor gebruik worden geïmplanteerd.
Afhankelijk van de behoeften en de voorkeur van de patiënt kunnen verschillende PD-technieken worden aangeboden: CAPD (continuous ambulatory peritoneal dialyse), waarbij drie tot vier keer per dag de dialysaatzakken handmatig moeten worden verwisseld, of APD (automated peritoneal dialyse) waarbij een machine nodig is. Na een paar jaar gebruik, kan het peritoneum zijn effectiviteit verliezen. Dan moet de techniek worden veranderd.
Hemodialyse (HD):
Er wordt gebruik gemaakt van een kunstmembraan, dat door een machine (hemodialysegenerator) wordt toegevoerd. Deze techniek vereist toegang tot bloed. Het is een: een ader van de onderarm of arm wordt verbonden met een slagader, waardoor de ader kan groeien en gemakkelijk kan worden doorgeprikt. De arterioveneuze fistel moet enkele weken of maanden voor gebruik operatief worden aangelegd. Bij afwezigheid van een fistel moet een katheter worden geplaatst in een zogenaamde centrale ader (interne halsader of femorale ader). Hemodialyse-sessies vinden gewoonlijk drie keer per week plaats en duren ten minste vier uur. Deze techniek wordt uitgevoerd in geschikte faciliteiten en plaatsen, eventueel thuis.
De tijd die aan de behandeling wordt besteed is bij beide technieken vergelijkbaar, maar verschillend verdeeld: PD is dagelijks, HD is intermitterend.
Wanneer en waarom met dialyse beginnen?
Wanneer chronisch nierfalen het eindstadium bereikt, d.w.z. wanneer de filtratiesnelheid minder dan 15 ml/min bedraagt, moet dialyse worden overwogen om het optreden van ernstige complicaties in verband met chronisch nierfalen in het eindstadium (enz.) te voorkomen.
Het begin van de behandeling gebeurt in alle sereniteit, wanneer de start van de dialyse is geprogrammeerd en de patiënt is geïnformeerd en voorbereid. Anders is er een hoog risico op sterfte en/of langdurige ziekenhuisopname.